Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 2 Current »

Let op, je kunt pas een screening starten als je locatie ingericht is.

 

Waarom de ontwikkeling screenen?

Je bent benieuwd naar hoe ver een kind is. Meestal weet je al veel van wat een kind kan, maar het is fijn om de stukjes die nog ontbreken te kunnen invullen. Daarom stelt Looqin je vragen op diverse domeinen om dit scherper in beeld te krijgen. Daarnaast kun je de ontwikkeling over de verschillende domeinen volgend door de tijd heen (in de zogenaamde evolutie).

 

Hoe breng je de ontwikkeling in beeld?

Starten - Je kunt ook een groepsscreening voor Competenties & Prestaties starten. Dit gaat als volgt:

  • Klik op 'Start groepsscreening Competenties'.

Invullen - Daarna kun je de screening invullen:

  • Kies of je de naam wilt wijzigen.

  • Vul de scores voor Competenties in. Als je op een schaalwaarde (1-5) klikt, verschijnt een legenda met de betekenis van de scores. Vul eventueel aan met een toelichting.

  • Je kunt ook klikken op ‘Gedetailleerde screening’, hier kan je per kind specifieke ontwikkelingsgebieden invullen.

Afronden - Tot slot kan de screening afgerond worden:

  • Ben je zeker van je keuze? Klik dan op ‘Screening afronden’. Ben je nog niet klaar? Klik dan op ‘Opslaan’.

  

Track_1_-_Screening_cp.gif

 

Wat vul ik in bij de algemene screening?

Je werkt met Looqin top-down. Dat betekent dat je eerst kijkt naar de algemene ontwikkeling van het kind, en daarna eventueel inzoomt op opvallendheden.

De kernvraag die je jezelf stelt is: heb ik er vertrouwen in dat het kind de volgende stap in zijn/haar ontwikkeling kan maken?

Als je antwoord daarop 'Ja!' is, dan vul je een 3 in. Ook als je het idee hebt dat het kind op een enkel domein wat voorloopt en een ander wat achter, dan gebruik je de 3. Je kunt dan eventueel een korte aantekening maken in de toelichting op welke (deel)domeinen extra aandacht vereist is.

Heb je het gevoel dat het kind op een aantal vlakken al verder is, dan gebruik je een score 4 of 5. Je kunt in de toelichting aangeven waar het kind extra stimulans in nodig heeft. Andersom geldt dit ook voor de situatie dat een kind nog niet zo ver is. Je maakt dan een aantekening over de aandachts-domeinen en vult een score 1 of 2 in.

Het onderscheid tussen competenties en prestaties maak je door bij prestaties uit te gaan van "toetsen" (formele toetsen, observaties of kritische spelmomenten waarin je meet in hoeverre een  kind iets onder de knie heeft). Bij competenties kijken we vooral naar inzicht en toepassen van vaardigheden. Het onder de knie hebben van de tafels (prestatie) betekent bijvoorbeeld niet dat het kind ze in een betekenisvolle context kan inzetten (competentie).

  • No labels