Looqin PO - Werkwijze

Bekijk ook de handleidingen!

 

Onderstaande stappen kunnen als richtlijn worden gebruikt om met Looqin PO aan de slag te gaan. Het is aan te raden om vooral de onderdelen te gebruiken die bij jouw onderwijsinstelling van toepassing zijn. Spreek wel duidelijk binnen je team af hoe je met de screenings-momenten omgaat (hoe vaak, wanneer). Je kunt op de stap klikken om te zien hoe je bij dit onderdeel komt en de functies werken.

Binnen Looqin zijn 2 sporen beschikbaar:

  • Spoor 1 - de groep

  • Spoor 2 - het kind

Je gaat in eerste instantie observeren op spoor 1 (groepsniveau) en kijkt alleen voor de kinderen waar je zorgen of vragen bij hebt, op de gebieden waar de vraag betrekking op heeft, naar spoor 2 (kindniveau).

 

1. Groepsscreening

Welbevinden & Betrokkenheid
Meestal wordt deze screening als eerste door enkele leerkrachten uitgeprobeerd. Wanneer Looqin volledig wordt gebruikt, dan wordt aangeraden om de screening 3-4 keer per jaar in te vullen.

Competenties & Prestaties
Deze screening wordt meestal pas gestart nadat de screening Welbevinden & Betrokkenheid enigszins in de vingers is. Je kunt bij deze screening ook voor enkele of alle kinderen de Gedetailleerde Screening invullen.

 

2. Groepsoverzicht & Groepslogboek

Nadat je de screenings hebt ingevuld zie je op de startpagina het groepsbeeld. De grafieken geven aan hoe het er met je groep voorstaat. Hier trek je conclusies uit die je kunt vertalen in interventies.

In het groepslogboek vind je alle documenten terug die te maken hebben met de groep, zoals groep-screenings, evaluaties van interventies en groepsbesprekingen.

 

3. Interventies

Aan de hand van je groepsbeeld ga je interventies bepalen die het welbevinden en de betrokkenheid van de hele groep vergroten. Deze kun je voor de nieuwe screening-ronde evalueren in het Groepslogboek.

 

4. Groeiplan & Individuele Observatie

Vervolgens ga je na welke kinderen voor jou nog onvoldoende in beeld zijn gebracht of waarvan het welbevinden of de betrokkenheid hier aanleiding toe geven. Deze kinderen kun je "opvolgen", zodat je ze niet uit het oog verliest.

Je formuleert een Groeiplan over de vraag of zorg die je bij het kind hebt. Door middel van individuele observatieformulieren kun je daarna je vraag of zorg beter in beeld brengen.

 

5. Balans

De uitkomsten van je observaties komen terug in het balans en werkpunten-overzicht. Je trekt aan de hand van dit formulier je conclusies en formuleert interventies bij het betreffende kind. Wanneer het aandachtspunt vertaald is naar interventies, kun je deze afronden. Nadat je aan deze interventies gewerkt hebt kun je ze aanpassen of afronden. Daarbij vermeld je eventueel ook de acties die je hebt uitgevoerd om aan de interventie te werken.

 

6. Evolutie & Logboek

Je vindt de ontwikkelingen in welbevinden, betrokkenheid, competentie en prestatie terug in de evolutie. Daarnaast zijn alle documenten rondom het kind terug te vinden in het logboek, zoals screenings, zorgpunten en observaties.

 

Â