Spoor 2 - Individuele observatie (KO)

Waarom wil je een individuele observatie doen?

In de (groeps)screening geef je een algemene score voor welbevinden en betrokkenheid en de ontwikkelingsdomeinen. Bij sommige kinderen kan het zijn dat je behoefte hebt aan meer vragen om een beeld te kunnen geven van de ontwikkeling van het kind. Dit geldt meestal voor kinderen die een wisselend beeld geven. De 'Individuele Observatie' biedt je deze vragenlijsten, zodat je ook deze kinderen nauwkeuriger in beeld kunt brengen en je scores en interventies kunt onderbouwen. 

Hoe doe je een individuele observatie?

De 'Individuele Observatie' vind je op Spoor 2. Boven in de balk zie je het tabblad 'Individuele Observatie'.

Je kiest zelf voor welke gebieden je een kind observeert. Vul de scores in en plaats eventueel opmerkingen. Wanneer je klaar bent klik je op ‘Tussentijds opslaan’.

Tip: Je krijgt diverse vragen waarbij je kiest uit 'hoog' of 'laag'. Maak alleen een keuze tussen hoog en laag wanneer dit echt op het kind van toepassing is. Komen er vragen aan bod die niet opmerkelijk hoog of laag bij het kind van toepassing zijn, kun je deze leeg laten. Zo krijg je een overzicht van de belangrijkste elementen en bespaar je de uiteindelijke balans van onnodige bladvulling.

 

 

Welke onderdelen komen in de individuele observatie aan bod?

  1. Welbevinden

  2. Betrokkenheid

  3. Emotionele basis

  4. Zelfsturing en ondernemingszin

  5. Ontwikkeling

  6. Exploratiedrang en interesseprofiel

  7. Verbondenheid

Welbevinden

Vanuit welbevinden bekijken we de verschillende relatievelden waarin een kind zich ontwikkelt:

  • de relatie met de PM'er

  • de relatie met groepsgenootjes

  • de relatie met de groep en de omgevingscontext

  • de relatie met de thuissituatie

Betrokkenheid

Betrokkenheid wordt grondig verkend door verschillende situaties te bekijken en op zoek te gaan naar mogelijke invloeden. Je gaat dus niet alleen op zoek naar problemen en tekorten, maar kijkt juist naar positieve en sterke punten. Dit zijn de punten die betekenisvol zijn en waar je in kan gaan investeren. Momenten van hoge betrokkenheid geven namelijk aan wat het kind nodig heeft. Door deze activiteiten expliciet uit te bouwen, vergroot je dus de betrokkenheid van een kind. Je klikt alleen de activiteit aan waarbij het kind opvallend hoge of lage betrokkenheid laat zien. 

Emotionele basis

De vragen over de emotionele basis hebben te maken met het zelfvertrouwen van het kind. Aan de hand van de hier genoemde signalen verkennen we of we werkelijk kunnen spreken van een dieperliggend emotioneel probleem. 

Zelfsturing en ondernemingszin

De kracht van zelfsturing voor het leren en de ontwikkeling van kinderen kan niet voldoende worden benadrukt. Veel problemen hebben te maken met het niet benoemen of erkennen van de kracht van zelfsturing. Ondernemende kinderen worden vaak moeilijk gevonden. Het kan ook zijn dat problemen te maken hebben met een lage zelfsturing, bijvoorbeeld bij aangeleerde hulpeloosheid. Soms kan het echter ook om een kenmerk van het kind gaan, waar we dan rekening mee moeten houden.

Ontwikkeling

Ontwikkeling zijn de zogenaamde 'tools' die de -tot dan ontwikkelde- mogelijkheden van een kind in beeld brengen. De gegevens van de groepsscreening worden herhaald, maar bij de beeldvorming worden ze verder verfijnd aan de hand van nieuwe grondigere observaties of gesprekken met ouders of het kind. Welke zorg heeft het kind op een domein afgelegd? Ook bij de ontwikkelingsdomeinen kijken we zowel naar de zorgen als naar de sterk ontwikkelde talenten die verder aangesproken moeten worden. 

Exploratiedrang en interesseprofiel

Exploratiedrang slaat op de onweerstaanbare drang om de werkelijkheid in zich op te nemen en nieuwe dingen te beleven. De motivatie is intrinsiek. Opvallend zijn bijvoorbeeld een sterke aanspreekbaarheid, nieuwsgierigheid, voortdurend klaar staan om door iets geboeid te worden. Ook het zelfontdekken is kenmerkend. Aan de hand van interesses verkennen we wat een kind raakt en hoe het kind wordt uitgenodigd tot exploratie. 

Verbondenheid

Verantwoordelijk gedrag, respectvolle en liefdevolle omgang met de omgeving in de breedste zin van het woord. Wie zich verbonden voelt met zichzelf, anderen en de omgeving, wordt in zijn handelen gedreven door het motief om te beschermen, verzorgen, helen, waarderen, tot ontwikkeling te brengen en te vieren. 

 

Alles wat je in de individuele observatie aanvinkt, wordt opgeslagen in de 'Balans'. Hier wordt een verdeling gemaakt tussen bevorderende en belemmerende factoren